maandag, maart 18, 2024
HomeOnderwerpenKunst en cultuurKotomisi Grand Gala 2019 op zondag 9 juni in Rotterdam

Kotomisi Grand Gala 2019 op zondag 9 juni in Rotterdam

-

De Nationale Carrierebeurs

ROTTERDAM, 23 jan – Op zondag 9 juni vindt de Kotomisi Grand Gala 2019 weer plaats in Rotterdam. Een wervelende Kotomisi Show van Afro-Surinaamse klederdrachten op traditionele wijze en in een moderne snit. Met medewerking van NAKS.NL en de jonge aanstormende mode-ontwerpster Jolanda Gemin.

De Kotomisi Grand Gala is inmiddels een traditie geworden in Rotterdam. Met naast de Kotomisi Show ook nog authentieke Afro – Caraibische spelletjes o.l.v. Nana Markelo met begeleiding van Black Harmonie. Verder live muziek van Sabakoe met Steven Maayen, Keti Koti Kaseko Band, DJ Benny Boy plus Clifton Braam meets Dino Burnett.

En natuurlijk de Surinaamse keuken, Afro – Caraibische markt met diverse kunst, nijverheidsproducten, schilderijen, stoffen, kleding en nog veel meer. Tot slot is er nog de demonstratie Anjisa binden en masterclass “De economische culturele kracht van traditionele kleding”.

De start van de verkoop betreffende een beperkt aantal Early Bird Tickets is gestart. Deze kosten €20,- , daarna in de voorverkoop €27,50 en aan de poort € 35,- De Early Bird Tickets zijn alleen verkrijgbaar bij Billboard Mall, West-Kruiskade 47. Ook de inschrijving (standhuur) voor Afro-Carib- bean Wowojo tijdens Kotomisi Grand Gala is gestart.

Locatie: Theater Rotterdam Schouwburg te Rotterdam

opening
Fernandes Express
KASSAV LIVE in Rotterdam

14 REACTIES
  1. @k.fowroe.

    Helemaal mee eens.
    We moeten ophouden, die vervloekte koto maar te verheerlijken.
    Leer uw geschiedenis mensen.

    Jullie zijn te gemakzuchtig. Ga naar Africa en doe daar inspiratie op.

    Ik heb nog nooit een koto aan gehad en zal het ook nooit doen.


    Maak melding
  2. @K.Fowroe
    Vragen velen zich af. Al die boegoe boegoe aan lapjes stof. Ik ben een paar keer naar Afrika geweest, dit beeld zie je daar niet “koto”. Misschien een volgende keer een vergrootglas meenemen. De Afrikanen hanteren een andere traditie wat klederdracht betreft. De meesten lopen in normale kleding met soms een lapje over zich heen.
    Trauma’s vanuit het verleden, kom je psychisch niet makkelijk van af.


    Maak melding
  3. @K.Fowroe
    Elke mening wordt bij voorbaat gerespecteerd, toch enkele vragen.
    Waarom kan men nu nog in Volendam een foto laten maken in kledij van de vissers en boeren uit die plaats?
    Waarom hebben de inwoners van Beieren hun eeuwenoude bierfeesten in traditionele klederdracht?
    Waarom hebben de Chinezen, tot in Suriname, hun drakendans behouden?
    Waarom kent de Javaanse Surinaams-Javaanse gemeenschap nu nog haar traditionele “Dyaran Kepang”
    Waarom is een Hindoestaans huwelijk in kledij waarmee men zich in het dagelijkse leven doorgaans niet presenteert?
    Etc, etc, etc


    Maak melding
  4. Afrikanen zijn Afrikanen.
    Voor slechts een deel is de Creools-Surinaamse cultuur gebaseerd op Afrikaanse gewoontes en gebruiken. De koto-cultuur in deze vorm is een typisch Surinaamse aangelegenheid. Ook op Curacao heeft men een soort koto maar toch anders. Laten wij niet doen alsof elke Surinaamse van Creoolse afkomst dit als dagelijkse kledij gebruikt. Wij weten allen dat de koto alleen bij bijzondere gelegenheden wordt gedragen.
    Degenen die daaraan geen behoefte hebben doen dat niet degenen die dat leuk vinden, geven zelf feesten waar ze voorschrijven welke koto men daarbij moet aantrekken. Mijn devies is altijd ieder het zijne/hare.


    Maak melding
  5. (F) Zijsburg, bent u woordvoerder van de organisatie?

    Onze voorouders werden gedwongen de koto aan te trekken door de misies. Om hun loopse mannen van de slavinnen af te houden. De slavinnen werden verkracht en als dank mochten ze de koto aan.
    Het liefst met een kussen op de rug!!

    In die hitte!!
    En wij nu maar lachen en dansen, terwijl de vrouwen gemarteld werden!
    Dat ding is lelijk, de oorsprong ervan is lelijk. En anno 2019 moet het maar terug waar het thuis hoort: in een museum. Met het ware verhaal.

    Maar stoppen jullie aub om het te verheerlijken: grandgala!## sorry hoor!


    Maak melding
  6. Ieder zijn meug zeg ik altijd. ik vind persoonlijk de koto mooi en het interesseert mij niet waar het vandaan komt. Ook in cayenne wordt je door dames bedient in moderne koto en een Frans ede (hoofddoek) in de betere restaurants bediend. Ook de gevlochten vrouwenhoeden, die niet meer gemaakt houden, vond ik mooi. Vrouwen die deze hoeden dragen vond ik deftig. Jammer dat de vlechtschool niet meer bestaat en deze hoeden niet meer gemaakt worden. Traditie ontstaat door allerlei ontstaansgronden, die algemeen of door een bepaalde groep wordt geaccepteerd. Denk b.v. aan vrouwenbesnijdenis. Zwarte piet (in een filmpje uit 1935 waren alle Pieten wit). Als liefhebber van de Surinaamse geschiedenis word ik in feite uitgenodigd voor een reactie. In de slaventijd liepen de slavinnen rond in slechts een korte rok en blote borsten. Oké, toegegeven moet worden dat de verlangende en begerige blikken van met name de de witte mannelijke elite zeer storend werkte op de witte echtgenotes. Door hun toedoen moesten de slavinnen proper gekleed rondlopen en werd de klassieke koto uitgevonden, die in de loop der jaren is gemoderniseerd,. De anjisa dateert ook uit de slavernij, maar deze diende ook om boodschappen door te geven (“Wacht op mij om de hoek”). Nu ik toch bezig ben met een historische duik in het slavernijverleden te nemen zal ik kijken of ik iets kan vinden over het ontstaan van deze traditie.
    En als wij hiermede bezig zijn kunnen we natuurlijk verder gaan en praten over schoenen. het was slaven verboden schoenen en sokken te dragen. 1 juli 1863 viel op een woensdag (kwakoe) en was een nationale feestdag. Alle winkels waren dicht. Maar op donderdag 2 juli waren met name de schoenmakerswinkel overvol. Alle vrijverklaarden wilden schoenen. Om aan die schoenen te komen verkochten ze zelfs hun kippen, gewassen en andere dieren.
    Ze zagen het dragen van schoenen als het bewijs of teken van vrijheid.
    Toen ik dit laatste las ben ik de koto ook anders gaan bekijken. Voor onze voorouders was dit een teken van afstand nemen van de slavernij.
    Of willen onze critici de korte rok en blote borsten herinvoeren. Voor mijn part mag dat want dat is ook visueel genieten.
    Tenslotte nog iets over tradities die ik uit Wikipedia heb gekopieerd.

    Traditie
    Een traditie (Latijn: trádere, overleveren) is een gebruik of gewoonte die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. De functie hiervan is het in stand houden van de maatschappelijke stabiliteit. Tradities kunnen als waardevol worden beschouwd en boven alle kritiek verheven, maar ook als conservatisme dat remmend werkt op de vooruitgang. Hoewel tradities statisch kunnen lijken, veranderen en vernieuwen deze voortdurend (N.B.: denk aan de moderne koto.)

    Soms worden tradities geschapen om een nationale identiteit en daarmee nationale eenheid te bevorderen, wat Eric Hobsbawm en Terence Ranger uitgevonden tradities noemden.

    Er zijn vele soorten tradities, zoals:

    doorgeven van bepaald cultureel erfgoed, kennis en praktijk
    feesten voor goden of godinnen, voor doden of levenden
    sporten in een bepaald gebied
    herdenkingen van belangrijke mensen uit de geschiedenis
    het zingen van liederen bij speciale gelegenheden
    het overleveren van de leermeester op de leerling van bepaalde kenmerken in een kunststijl
    In de Katholieke kerk is de traditie een begrip dat als bron voor het verstaan van de openbaring geldt. Tradities zijn echter niet altijd verweven met en eigen aan een bepaalde religie.

    Tradities kunnen op grote en kleine schaal voorkomen. Zo viert men over de hele wereld Oud en Nieuw, maar kent niet iedereen het sinterklaasfeest en wordt niet overal Kerstmis gevierd. Ook inzake zeden en gewoonten of gebruiken (zoals bij geboorte, huwelijk of begrafenis) en bij gelegenheid van bepaalde kalenderdagen, zoals oudejaarsdag of -avond en nieuwjaarsdag, zijn er bepaalde tradities (in de westerse wereld het hierboven genoemd Oud en Nieuw, en in bijvoorbeeld Iran, Koerdistan en Afghanistan het Noroez)


    Maak melding
  7. Iets wat ik net heb opgezocht en ook niet wist over het ontstaan van de Koto

    Uit Het Nieuws: Algemeen dagblad
    27-6-1953
    De Koto en de Kolomiesie
    In verband met het a.s- Emancipatie-herdenkingsfeest iets over het ontstaan van de koto en iets over de koto—miesie zelf-
    De slavin droeg tijdens het werk behalve haar hoofddoek niet veel meer dan een kort rokje, reikend van het middel tot op de dijen
    De ongekerstende bosnegervrouwen gaan in hun dorpen nog zo gekleed. Vermoedelijk is dit de oorspronkelijke Afrikaanse dracht geweest. Op feestdagen droeg de slavin twee of drie langere rokken van vrolijk gebloemd of kleurig gestreept katoen en naar Europese wijze werd een soort sjaal losjes over de schouder geslagen of daarna onder de boezem gedrapeerd. Anderen droegen een soort halve blouse met wijde mouwen die in de rug laag uitgesneden was, twee brede banden werden van de rug uit naar voren gestrikt: een heel primitieve voorloper van onze jakkie dus. Een nette hoofddoek, gevouwen en gestrikt naar de smaak van de draagster, halskettingen. oorbellen en ringen, arm- en enkelbanden van voornamelijk koralen voltooiden het toilet. Met het bekeringswerk onder de slaven veranderde ook hun kleding. Merkwaardig is dat elke sekte op feestdagen haar slavinnen eender kleedde, aan de kleding kon men dus zien tot welke sekte die slavin behoorde. De lange wijde geplooide rok was bij allen vrijwel gelijk, bij de ene sekte tot de grond- bij andere voetvrij
    Ook de witte kleur was uniform. Uit de bedekking van het bovenlijf sprak meer het karakter van de sekte. De Calvinistische slavin droeg een lang jak met lange mouwen en bovendien nog een losse witte doek over de schouder- (tapoe skiën panjie). Behalve het gezicht en de handen bleef dus geen milimeter onbedekt. .
    Die van de Moravische Broedergemeente droegen een kort in de rug laag uitgesneden, lijfje en om het middel een gekleurde doek die van achteren in een driehoek afhing (tapoe koto anjiesa).
    De Israëlitische slavin droeg een wijd los geplooid jak, dat de schouders en een deel van de rug bloot liet en een losse doek over de rechterschouder. Haar niet kroezend, maar krullend haar hing los onder de hoofddoek. (Koto—misies met Krullend haar laten nu nog een krulletje los hangen voor het oor.
    De Luterse slavin had veel minder stijl dan de vorige, er zat een minder goede snit in haar kleding. Ze droeg een grote omslagdoek over ’t laag uitgesneden bovenjak.
    De Katholieken zorgden er voor dat hun slavinnen bedekt waren, maar van een eigenlijk toilet was geen sprake. Ook na de slaventijd bleef men zich ongeveer gelijk kleden. Toen veel Hindustaanse immigranten na hun contracttijd zich als handelaar vestigden, kochten de vrouwen van de rondtrekkende marskramers zilveren en vergulde armbanden „boeien” en voegden deze aan hun toilet toe. Zo ontstond onder Afrikaanse, Europese, Christelijke en Hindustaanse invloed de eigenlijke koto—miesie, waarover een volgende keer meer.
    P-S. Bent U al voorzien van een kaartje voor de Koto – ‘ miesie show van 1 Juli 1953 op het S.V.B. voetbal terrein? Deelnemers 25 cent, toeschouwers 50 cent. tribune ƒ 1.—


    Maak melding
  8. De koto is geen Afrikaanse klederdracht, onze voorouders droegen enkel een lendendoek, het bovenlichaam en de benen waren bloot. De vrouwen droegen zelf geen bh, de borsten hingen gewoon los. Kijk maar naar de oude prenten van vroeger, bij sommige stammen droegen de mannen enkel een peniskoker.
    De vrouw van de slavenhouder heeft de Afrikaanse vrouwen in kleding gestoken zodat de man niet opgewonden raakte, dat is de reden geweest dat ze koto’s droegen !!!


    Maak melding
  9. BijlageB
    Behoorende tot de Publicatie dd. 23Februarij 1854,G.B.no.2. REGLEMENT op de verstrekking van kleedingbehoeften aan de slaven op de plantaadjen en gronden in de kolonie Suriname.
    Artikel1.De slaven op de plantaadjen en gronden in de kolonie Suriname moeten door of vanwege hunne meesters steeds behoorlijk van kleeding en dekking worden voorzien. Onder de hier bedoelde slaven zijn begrepen allen, die buiten de stedelijke wijken van Paramaribo en buiten de stad NieuwRotterdam aan het Nickerie hun vast verblijf hebben. Art.2.Als minimum van kleeding, waarvan de verstrekking onder alle omstandigheden moet geschieden, wordt het volgende bepaald:
    IOp de plantaadjen en bebouwde gronden, de houtgronden hieronder niet begrepen. Om de achttien maanden:
    a. Aan de volwassen slaven van het mannelijk geslacht, die te veld of in fabrieken werken: Een duffel, Een hoed, Een boeseroen van Osnab. linnen, Tien oud Amst. Ellen Osnab.linnen, Vier oud Amst. Ellen Vriesch bont, Acht oud Amst. Ellen blaauw linnen, Zes naainaalden, Zes strengen naaigaren, Een scheermes, Een matrozenmes, Een kam, Een spiegel, Een schaar.
    b. Aan de volwassen slaven van het vrouwelijk geslacht, die op het veld of in de fabrieken arbeiden: Een duffel, Een hoed, Een boeseroen van Osnab. linnen, Twaalf oud Amst .ellen Osnab .linnen, Zes oud Amst .ellen Vrieschbont, Vier oud Amst. Ellen gebloemd katoen, Acht oud Amst. Ellen blaaw linnen, Zes naainaalden, Zes strengen naaigaren, Een matrozenmes, Een kam, Een spiegel, Een schaar.
    De onder Litt.a en b, bedoelde slaven ontvangen om de vier jaren een wollen deken.
    c. Aan de zoogenaamde groote creolen van het mannelijk geslacht, die op het veld of in de fabrieken werken: Een duffel, Een hoed, Acht oud Amst .ellen Osnab. linnen, Vier oud Amst. Ellen Vrieschbont.
    Zes oud Amst. Ellen blaauw linnen, Zes naainaalden, Zes strengen naaigaren, Eenmatrozenmes, Een kam, Een spiegel.
    d.Aan de zoogenaamde groote creolen van het vrouwelijk geslacht, die op het veld of in de fabrieken arbeiden: Een duffel, Een hoed, Tien oud Amst. Ellen Osnab.linnen, Vier oud Amst. Ellen Vriesch bont, Vier oud Amst. Ellen blaauw linnen, Twee oud Amst .ellen gekleurd katoen, Zes naainaalden, Zes strengen naaigaren, Een matrozenmes, Een kam, Een spiegel.
    De slaven, die door ouderdom of ligchaamsgebreken niet tot eenig werk gebezigd kunnen worden, zullen dezelfde uitdeeling moeten bekomen, als sub Litt.c en sub d is bepaald, echter met uitzondering van duffel, hoed en spiegel.
    e. Aan de huisslaven, (huisbedienden) naar gelang van hunnen ouderdom, de bij Litt.a, b, c en d, bepaalde hoeveelheden, met uitzondering van duffel en hoed.
    f. Aan de kinderen van tien jaren en daar beneden,
    drie hemden van Osnab. Linnen of Vrieschbont, om de zes maanden een uit te deelen.
    g. Aan de kinderen, geboren gedurende het tijdsverloop van de eene uitdeeling tot de andere: Drie oud Amst. Ellen Osnab. linnen, Drie oud Amst. Ellen Vrieschbont.
    II.op de houtgronden. Om de twee jaren, aan de slaven dezelfde hoeveelheden kleeding-behoeften en andere artikelen, als voor ieder hunner onder no. 1, zijn bepaald.
    Art.3. De tijdperken, voor de verstrekking, bij artikel 2 bedoeld, worden voor iedere plantaadje of grond, geacht aan te vangen van het tijdstip, waarop aldaar de laatste uitdeeling vankleeding-behoeften heeft plaatsgehad.
    Art.4.De eigenaar of beheerder van de hier bedoelde slaven, die in gebreke blijft, de bij dit reglement bepaalde verstrekkingen te doen, wordt ter nakoming dezer verpligting vanwege het Bestuur aangemaand, met uitnoodiging om binnen vier weken het ontbrekende aan zijne slaven te doen uitreiken. Indien hieraan binnen dezen gestelden termijn niet of niet behoorlijk is voldaan, wordt het ontbrekende vanwege het Bestuur aangekocht en door tusschenkomst van denBurger-Kapitein, in wiens District de slaven zich bevinden, aan dezen uitgereikt. Van zoodanige uitreiking wordt door den Burger-Kapitein proces-verbaal in dubbel opgemaakt, waarvan een binnen acht dagen aan het hoofd der Policie wordt ingezonden.
    Art.5.De aankoop, in het vorig artikel bedoeld, geschiedt voorloopig voor rekening van den lande, waarvan de kosten, zoomede die op de uitdeeling gevallen,als eene schuld, preferent boven alle anderen, op de betrokken plantaadje of grond verhaald zullen worden op de wijze, in de vier volgende artikels omschreven.
    Art.6.Het proces-verbaal, vermeld in het slot van artikel 4, wordt met eenen staat van de kosten, op den aankoop en de uitdeeling gevallen, aan den nalatigen eigenaar of beheerder beteekend, met dagvaarding om zich te zien en te hooren veroordeelen, tot terugbetaling dier kosten.
    Art.7.In dien de zaak voor het Geregtshof moet worden gebragt, worden ten aanzien van de dagvaarding, de verdere voortzetting van het regtsgeding, de beteekening en de verdere ten uitvoerlegging van het vonnis, de bepalingen nagekomen, Welke ten aanzien der regtsvordering voor het collegie van kleine zaken van toepassing zijn. Art.8.In de gevallen bij het vorig artikel bedoeld, vangt het hooger beroep aan met de aanteekening daarvan ter Griffie, binnen den tijd van 14 dagen na de beteekening. Het wordt vervolgd op de wijze, als is voorgeschreven bij besluit des Konings, van11 Januarij 1840. Art.9.Indien de zaak voor het Geregtshof is behandeld, en het vonnis vatbaar is voor hooger beroep, stelt de veroordeelde, van het hooger beroep gebruik willende maken, ter discretie van den regter,die het
    Vonnis gewezen heeft, cautie, zoo voor het bedrag der veroordeeling, als voor de kosten in hooger beroep. Indien deze cautie niet binnen den tijd van 14 dagen, na de aanteekening ter Griffie, in het vorig artikel bedoeld, is gesteld, of de gestelde later door den regter als ongenoegzaam is verworpen, en binnen den tijd van twee maanden na de verwerping geene andere genoegzame is gesteld, wordt het aangeteekend hooger beroep als vervallen beschouwd.
    Art.10.Indien, tengevolge van buitengewoon lange reis-of zeeschade, de verstrekkingen bij dit reglement bepaald, niet binnen het voorschreven tijdvak mogten kunnen plaatsvinden, zal het Koloniaal Bestuur, na zich alvorens te hebben overtuigd, dat de vertraging niet aan den meester of de meesteres der slaven kan worden geweten, voor de verstrekking een uitstel kunnen verleenen, doch in geen geval voorlanger dan zes maanden. Goedgekeurd en bekrachtigd bij KoninklijkBesluit van den 17 December 1853 no.93. Mij bekend, De Minister van Kolonien, (get.)CHS.F.PAHUD. Voor eensluidend afschrift. De fungd.Secretaris-Generaal, (get.)A.L.WEDDIK. Voor eensluidend afschrift. De Gouvernements-Secretaris, A.KIKKERT SCHOTBORGH.


    Maak melding
  10. Uit dit voorschrift(resolutie) uitgevaardigd door Koning Willem III blijkt dat de slaven stoffen kregen en geen koto’s.
    Uit deze stoffen moest men kledingstukken maken met de verstrekte naalden en garen. Er staat dus nergens dat de slavinnen koto kregen of iets dergelijks. Conclusie: onder druk van de meesteressen ?, die er niet meer waren vanwege het toen vigerende absentheïsme en onder druk van de kerk hebben de slavinnen hun kledingstukken (Koto) zelf ontworpen, ontwikkeld en toegepast. Op basis van deze resolutie mag je zeker die conclusie trekken. Mijn oordeel: de koto is onder druk van de kerken door de slavinnen zelf ontworpen. Het is hun uitvinding en dit mogen we als nazaten waarderen en ook respecteren. Wat ik ten zeerste waardeer is dat zelfs Hindoestanen hebben bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van deze outfit.

    En critici: ik heb ook gegevens van Matzeleger, een Surinaamse slaaf die een revolutionaire uitvinding heeft gedaan op het gebied van de schoenenfabricage. Moeten we dat ook verwerpen omdat het uit de slavernij stamt?
    Vandaar mijn uitspraak: het interesseert mij niet waar die koto vandaan komt. Ik vind het verdraaid mooi en ik ben blij dat het er is.


    Maak melding

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

LAATSTE BERICHTEN:
TOP SITES