Je mag als Surinamer dan nog zo internationaal vermaard zijn en als ‘eregast’ door belangrijke Nederlandse organisaties zijn uitgenodigd, dan is er nog altijd de honderd-procentcontrole die je feestje vergald. En niet zo’n beetje ook. “Ik heb bijna zin om direct terug naar huis te gaan”, zegt Frits van Troon als hij woensdag als vrijwel allerlaatste de douane van Schiphol passeert. Het vliegtuig is inmiddels ruim drie uur eerder geland.
Dat zijn niet de eerste woorden die je verwacht van de hoofdspeler van de oogstrelende documentaire ‘Zonder plant ga je niet leven’, die in december zijn wereldpremière beleefde op het documentairefestival IDFA flies Tropic in Paramaribo. Van een man die substantieel heeft bijgedragen aan de kennis van de nog befaamdere Amerikaanse etno-botanicus Mark Plotkin. Het is voor de achtste keer dat Van Troon naar Nederland komt. De Saramaccaan was zelfs eens eregast van Prins Bernard, die hem in 2001 persoonlijk onderscheidde met de ‘Orde van de Gouden Ark’ vanwege zijn indrukwekkende etno-botanische kennis die hij van nature heeft.
Ditmaal is hij eregast bij de première van de documentaire – die geldt als een ‘hommage’ aan hem – op vrijdag 23 maart in het Koninklijke Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Maar daar hadden ze bij nota bene de Koninklijke Marechaussee geen boodschap aan. “Dan nog kan u ook hebben geslikt”, kreeg de 70-jarige Van Troon voor zijn kiezen. “Ik voel me mishandeld. Er bleven constant drie agenten bij mij en twee gingen mee naar het toilet toen ik moest plassen. Zogenaamd vanwege het onderzoek.” Niet bepaald het koninklijke ontvangst dat hij had verwacht. Hij gaat een officiële klacht indienen. “Als je je werk doet, doe het dan goed. Maar kom niet alleen met vermoedens.”
Frits van Troon wordt op de voet gevolgd door journalist Iwan Brave die dagelijks uitgebreid (foto)verslag doet op iwanbrave.blogspot.com.