Door Chris Polanen – Ik heb mijn stiefvader Ralf beloofd dat ik een fles whisky voor hem ga kopen. Hij is in een opperbeste stemming als we naar de winkel rijden. Bij de supermarkt aangekomen parkeer ik de auto aan de overkant. Net als we over willen steken hoor ik een vrouw roepen.’Ralf! Je groet mij niet meer, no?’ Mijn stiefvader kijkt om. Een vrouw van in de vijftig loopt op hem af.’O, hoe gaat het, hoe gaat het,’zegt hij. Hij klinkt niet enthousiast. Het vooruitzicht van de whisky trekt meer. De vrouw is echter nog niet klaar met hem.’Dus je zou mij zomaar voorbij lopen?’ ‘Ik had je echt niet gezien,’zegt Ralf. Hij heeft nog steeds een voet op het asfalt, gericht op de supermarkt. De whisky trekt.
De vrouw kijkt nieuwsgierig naar mij. Ik sta een meter of twee achter Ralf en heb een spiegelende zonnebril op, dus kan ze mijn ogen niet zien. Ik glimlach en knik even.
‘Is je zoon no?’vraagt de vrouw. ‘Hm-hm,’knikt Ralf, maar hij kijkt naar de overkant.
‘De vrouw neemt daar geen genoegen mee. Ze bestudeert mijn gezicht.’Maar hij heeft een heel ander gezicht…. hij lijkt helemaal niet op je, hoe kan dat?’ Ralf draait zich naar haar toe.‘Dat weet ik niet. Dat moet je z’n moeder vragen,’zegt hij. Zijn stem klinkt geïrriteerd. Hij zet de eerste stap op de weg om over te steken. Hij heeft er duidelijk genoeg van. De vrouw bekijkt mij nog eens en kijkt dan weer naar Ralf. ‘Hoe kan jij zo een mooie zoon hebben Ralf?’ Haar toon is plagerig, ze schept er kennelijk plezier in Ralf eens goed te jennen.
Ik probeer mijn lachen in te houden en kijk naar Ralf. Een beetje bezorgd, want ik weet ongeveer wat er gaat komen. Ralf draait zich met een ruk om.’Je lult! Je had veertig jaar geleden naar me moeten komen, dan had je ook zo een mooie zoon gehad!’
Hij gebaart naar mij om over te steken. De mond van de vrouw valt open.’Aai Ralf….’
We steken de weg over. Achter ons roept de vrouw Ralf wat na. Ralf luistert niet meer. ‘Vergeet dat gefrustreerd geval,’zegt hij en stevent vastberaden op het schap met de whisky af.
’s Avonds zitten mijn moeder, Ralf en ik op het balkon. Ralf heeft de whisky flink aangesproken. Hij kan daar nogal zwaarmoedig van worden.
‘Ik voel mij niet goed Trees,’zegt hij tegen mijn moeder. Hij trekt zijn schouders op en zakt weg in zijn stoel..
‘Hmm,’zegt mijn moeder slechts en kijkt mij aan met een veelbetekenende blik.
‘Ik weet niet of ik morgen wel wakker word,’zegt Ralf en schenkt nog wat whisky in.
‘Hou op man Ralf,’zegt mijn moeder.
‘Ik meen het Trees, ik heb een vreemd voorgevoel.’
‘Altijd zeg je deze dingen,’zegt mijn moeder en schudt haar hoofd.
‘Als ik dood ga…., ’gaat hij verder.
Mijn moeder maakt een tjoerie.
‘Als ik dood ga, wil ik begraven worden in die broek die ik van Danny gekregen heb…die pata die Chris voor mij gebracht heeft…en dat hemd dat ik van Lilian heb gekregen.’
‘Ik ga je niet begraven in een hemd dat je van een andere vrouw hebt gekregen,’zegt mijn moeder,’en schoenen heb je niet nodig als je dood bent.’
‘Aai Trees, je hoeft niet zo te doen.’
Ik slaag er in mijn lachen in te houden.
Met moeite staat Ralf op. ‘Ik ga slapen,’zegt hij,’onthou wat ik gezegd heb.’
Hij strompelt naar binnen. Mijn moeder schudt haar hoofd..
Chris Polanen – chrispolanen@wanadoo.nl