PARAMARIBO, 12 mei – “De noodhulp wordt danig bemoelijkt door fysieke en culturele factoren”. Dit zegt voorzitter Jerry Slijngaard van het Coordinatiecentrum Rampenbestrijding. Dat het lijkt alsof operatie Falawatra maar niet van de grond komt, is niet aan de organisatie te wijten. Slachtoffers hebben uiteenlopende voorkeuren voor hulpmiddelen.
Goederen komen dan op plaatsen waar ze niet welkom zijn, terwijl ze hard nodig zijn op andere plaatsen. “We moeten dan een middenweg zoeken door een vast pakket aan te bieden”, zegt Slijngaard. In Paramaribo wordt op verscheidene plaatsen druk ingezameld. Meest levensmiddelen, drinkwater en kleding worden bijeengebracht door burgers en het bedrijfsleven.
Zo zal Bakkerij Fernades twintigduizend gezinsbroden leveren. Volgens Slijngaard is transport het grootste zorgpunt. Door de regens zijn de meeste rijwegen naar het rampgebied moeilijk begaanbaar. Vliegtuigtransport is haast onbetaalbaar. President Venetiaan heeft intussen ambassadeurs en vertegenwoordigers van internationale organisatie op de hoogte gebracht.
Hij heeft officieel om hulp gevraagd. Nederland en Belgie hebben elk een miljoen euro toegezegd. Venetiaan zegt dat met kunst en vliegwerk getracht wordt het meest haalbare te doen. Verwacht wordt dat hij binnenkort een bezoek brengt aan bepaalde getroffen gebieden. NGO’s die er werken, hebben gemeld dat halsreikend wordt uitgezien naar de komst van het staatshoofd.
