donderdag, april 25, 2024
HomeOnderwerpenGeschiedenisOorlogsveteranen Suriname geven strijd niet op

Oorlogsveteranen Suriname geven strijd niet op

-

Does Travel - naar Suriname

PARAMARIBO, 26 mrt – De veteranen uit de Tweede Wereldoorlog strijden verbeten voor volledige erkenning. Dit zegt voorzitter Fred van Russel van de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen. Het voornemen is de Nederlandse staatssecretaris van Defensie, Jack de Vries, ook te kennen gegeven. Nederland blijft halsstarrig.

De Surinaamse veteranen zijn geen veteranen volgens de letterlijke betekenis. “De definitie geeft aan dat een veteraan deelgenomen moet hebben aan oorlogsomstandigheden of daarop gelijkende omstandigheden”, zegt De Vries tegenover de Ware Tijd. In dat opzicht leverde zijn bezoek aan Suriname niets nieuws op. De veteranen waren alleen in Suriname actief.

Suriname was weliswaar via Nederland officieel in staat van oorlog. De Nederlandse regering had een speciaal leger ingesteld. Dat stond gereed voor het geval de Duitsers zouden invallen. Wel bekeken moet dit leger toen toch tenminste een zekere rust en stabiliteit hebben gegarandeerd. Door de halfslachtige erkenning komen de veteranen niet in aanmerking voor bijvoorbeeld een Nederlands pensioentje.

opening
Fernandes Express
Caribbean Night

10 REACTIES
  1. Ik vind het redelijk dat de Surinmaase oor-
    log Veteranen en de AOW gat voor alle Suri-
    namers compensaties krijgen,zoals de Neder-
    landers kregen van de Japaners en de Duitsers
    Compensaties.


    Maak melding
  2. dit is volgens mij een misvatting van nederland.deze ex militairen waren toen nerderlanders en waren gedetacheerd in hun land van geboorte.hun salarissen kwam ook niet uit de lucht vallen,ergens is er een werkgevers geweest en deze is verantwoordelijk voor de ex militairen hun pensioenen.

    dus de nederlandse overzeese gebieden maken redelijkerwijs zeker aanspraak op hun pensioen.
    maak niet uit waar deze actief waren,maar zijn toen nerderlanders geweest en geen geklets verder.

    als de regering in nederland en in het bijzonder de minister van defensie moeilijk blijft doen,dan maar een advocaten kantoor inschakelen.

    de minister van defensie wilt gewoon goedkoop vanaf en dit kan gewoon weer niet.
    nederland zal echt niet armer worden van een paar honderden euro’s
    want de ex blanke militairen in nederland zijn ook niet verstoken van hunne pensioen.

    ook zal de ex militairen het moeten bespreken met de zittende regering in dit land.want mag niet zo zijn dat de individu gaat onderhandelen over een geschil dat is weggelegd voor een regering.dit moet gewoon op regeringsniveau behandeld worden.


    Maak melding
  3. Kleine opmerking, volgens mij is De Vries nog altijd staatssecretaris en Eimert van Middelkoop minister van Defensie..

    –AANGEPAST BEDANKT —


    Maak melding
  4. Meneer de Vries

    Een veteraan (oorspr. Latijn vetus, oud) is een oudgediende, iemand met ervaring.

    In Nederland is sinds 1990 formeel een veteraan een voormalige militair of een voormalig gemilitariseerde burger met de Nederlandse nationaliteit die het Koninkrijk heeft gediend onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesoperaties. Zo iemand wordt ook wel oorlogsveteraan of oud-strijder genoemd.

    Kamp Jodensavanne
    Kamp Jodensavanne was een interneringskamp in Suriname. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden hier 146 al dan niet vermeende aanhangers van de NSB en de nazi’s geïnterneerd die afkomstig waren uit Nederlands-Indië. Onder hen bevonden zich Ernest Douwes Dekker, een achterneef van Eduard Douwes Dekker, en Lo Hartog van Banda.
    Het kamp bestond uit drie barakken die bij Jodensavanne waren gebouwd. De kampgevangenen maakten deel uit van een groep van enige duizenden Duitsers, Hongaren, Tsjechen, Italianen, Nederlanders met een Duitse achternaam, en Indische NSB’ers die op 10 mei 1940 in Nederlands-Indië waren opgepakt en aanvankelijk werden geïnterneerd op het eiland Onrust en in Ngawi. Nadat Nederland op 8 december 1941 Japan de oorlog verklaarde, verzocht gouverneur-generaal Van Starkenborgh of de meest gevaarlijken onder hen in De West konden worden ondergebracht. Gouverneur Kielstra besliste positief. Een groep van 146 werd in een kooi in het schip Tjisedane van Soerabaja naar Paramaribo vervoerd. Op 21 maart 1942 kwam de groep in Suriname aan. Door vertraging bij de aanvoer van bouwmaterialen kon Kamp Jodensavanne echter pas in september van dat jaar in gebruik worden genomen. De gevangenen werden daarom aanvankelijk in Fort Nieuw Amsterdam opgesloten in oude slavenverbijven en werden pas in september naar het nieuwe kamp overgebracht. Ze moesten dwangarbeid verrichten in de houtploeg, de bootploeg of de visploeg, en kregen geen post en ook geen voedselpakketten van het Rode Kruis. Het kamp werd ‘de groene hel’ genoemd. De hygiënische omstandigheden waren slecht, en veel gevangenen liepen dysenterie op en malaria. De enige arts was de havenarts van Tanjung Priok Lex Schoonheyt, zelf een geïnterneerde.
    [bewerken] Executies
    In oktober 1942 kreeg gevangene Lo Hartog van Banda wegens werkweigering eenzame opsluiting in een houten barak aan de rand van het kamp. Hier stelde hij vast dat eenzame opsluiting de beste kansen bood voor ontsnapping. Hierna plande hij samen met zijn medegevangenen Raedt van Oldenbarneveldt, Van Poelje, Stulemeyer en Kraak een ontsnappingspoging die moest beginnen met werkweigering en de daaropvolgende eenzame opsluiting. Begin november kregen de vijf gevangenen de opdracht om de toiletten van de bewakers met de blote handen te reinigen. Nadat zij dit weigerden werden zij inderdaad opgesloten in de houten cellenbarak. Besloten werd om in de nacht van 4 op 5 november te ontsnappen. Hartog van Banda werd echter op 4 november vanwege zijn verjaardag vrijgelaten uit zijn cel. De andere vier ontsnapten zonder hem, na een stuk plank uit de achterste cel te hebben gezaagd. Ze wilden naar Frans-Guyana maar liepen in rondjes en werden gepakt. Na te zijn mishandeld werden ze overgebracht naar Paramaribo waar ze door kolonel Jan Meyer werden verhoord. Alle vier werden ter dood veroordeeld. Twee van hen, L.K.A. Raedt van Oldenbarneveld en L.A.J. van Poelje, werden daadwerkelijk doodgeschoten. Vervolgens ketste een geweer en kwam de directeur van Fort Zeelandia tussenbeide. Van de beide geëxecuteerde mannen werd later officieel beweerd dat ze op de vlucht waren neergeschoten. Na de oorlog bleek dat ze van achteren waren doodgeschoten terwijl ze geboeid waren. Kolonel Meyer werd echter niet vervolgd. De moordenaars Grift en Verhoeven werden beloond met een tevredenheidsgetuigenis.
    Gevangene Stulemeyer bracht later het verhaal in de wereld dat zij hadden geweigerd om oude joodse graven te openen en te zoeken naar juwelen.
    Na de bevrijding wist de Nederlandse regering niet goed wat ze met de geïnterneerden aan moest. Ze vielen onder de regering van Nederlandsch-Indië, maar die had feitelijk opgehouden te bestaan. Tenslotte werd besloten ze naar Nederland over te brengen.
    Hendrik Jan van der Molen, kapitein van de marechaussee en later Amsterdams hoofdcommissaris, kreeg de opdracht om dit incident te onderzoeken.
    Pas op 15 juli 1946 kwamen de gevangenen van Kamp Jodensavanne weer vrij. Drie dagen later verlieten ze per schip Suriname.


    Maak melding
  5. Meneer de Vries,

    Wel bekeken moet dit leger, volgens u toen toch tenminste een zekere rust en stabiliteit hebben gegarandeerd.

    Tweede Wereldoorlog en Suriname.
    De wereldwijde winning van bauxiet vond in de eerste helft van de twintigste eeuw voor een groot deel in Suriname plaats. Het uit bauxiet gewonnen aluminium was zeer belangrijk voor de Verenigde Staten om oorlogsvliegtuigen te maken. De Nederlandse regering in ballingschap stemde in om Amerikaanse militairen toe te laten tot Suriname om te voorkomen dat de toevoer van deze strategische grondstof in gevaar zou komen. Daarbij speelde mee dat het buurland Frans-Guyana toen nog bestuurd werd vanuit het met de Duitsers collaborerende Vichy-Frankrijk. Vooruitlopend op de oorlog was in 1939 al de Surinaamse Schutterij opgericht als aanvulling op de Nederlandse reguliere troepen (de TRIS).
    Als gevolg van de afgekondigde staat van oorlog en beleg kreeg Kielstra extra bevoegdheden. In 1937 had hij al vakbondsleider Louis Doedel laten opnemen in de ’s Lands Psychiatrische Inrichting (LPI) maar deze extra bevoegdheden maakten het voor hem eenvoudiger om tegenstanders het zwijgen op te leggen. Zo liet hij ook onder andere Otto Huiswoud, Eddy Bruma en het Statenlid Wim Bos Verschuur interneren. Dat laatste zou gebeurd zijn omdat Bos Verschuur een petitie had gestuurd aan koningin Wilhelmina om Kielstra van zijn functie te ontheffen.
    In die periode werden ook de in Suriname verblijvende Duitsers geïnterneerd en daarnaast kwam er een groep NSB’ers uit Nederlands-Indië die werden opgesloten in Kamp Jodensavanne.
    Na de internering van Bos Verschuur namen de meeste gekozen Statenleden ontslag waarna ze allemaal bij de verkiezingen herkozen werden. Dit mandaat van de kiezers maakte de positie van Kielstra erg zwak waarna hij eind 1943 eervol ontslagen werd. J.C. Brons volgde hem in januari 1944 op. Brons, tot dan president van het Surinaamse Hof van Justitie en ondervoorzitter van de bestuursraad van Suriname, had Kielstra tijdens verlofperiodes ook al vervangen als waarnemend gouverneur van augustus 1935 tot april 1936, van september 1938 tot januari 1939 en een gedeelte van 1942.


    Maak melding
  6. Meneer de Vries,

    Ik kom tot de conclusie dat uw definitie van veteraan zeer zeker van toepassing is op Surinaamse veteranen.

    (zie hier bovengenoemde omstandigheden van Suriname tijdens de Tweede wereld oorlog)

    Mijn advies aan u en uw departement is dan ook nog eens goed na te gaan hoe zij/de veteranen als nog in aanmerking kunnen komen voor een Nederlandse pensioen
    Mvg


    Maak melding
  7. Meneer de vries

    Wie waren de Surinaamse/Nederlanders bij en tijdens de PolitioneleAkties in Indonesie ???

    Wie waren de Surinaamse/Nederlanders in en tijdens de oorlog in Korea ???

    Hoe en Wat zijn de oorkondes en medaille die zij kregen van de nederlandsestaat ?????


    Maak melding
  8. Theo Fer,goede vraag,mijn overgrootvader Arthur E.wacht nog steeds,hij en nog een handjevol,de rest is overleden,hij is tot hier in Nederland geweest om voor erkenning te smeken en kreeg steeds nul op het rekest,als hij nu ziet dat er ook zwarten in Afganistan gaan vechten wordt hij erg boos en zegt dan:ai baja ding ptata eh hori srafoe eteh.
    De Vries rept met geen woord over de verdiensten van de Surinaamse soldaten in Indonesie en Korea.
    Dit toont weer aan dat de allochtoon in hun ogen dan,van generlei betekinis is geweest in die oorlogen ,alleen de blanken tellen,hoelang hebben de Indonesiers zelf,niet gepleit voor erkenning?
    Anton de Kom en nog vele andere Surinamers(zwarten) worden nooit genoemd tijdens hun zg herdenkingen,terwijl ze ook hebben meegevochten en niet 1 heeft een medaille gekregen.
    En die slaaf Vene doet nog steeds NEDERIG en zal ook nooit voor de Surinaamse veteranen zijn apensnuit open doen.


    Maak melding
  9. Ook herijking in het buitenland

    De Britse regering bereidt een grondige herijking van het defensiebeleid voor. Meer flexibiliteit en meer samenwerking met bondgenoten, luidt het advies.

    In een ‘groenboek’ geeft minister van Defensie Bob Ainsworth aan waar hij heen wil. Hij wenst meer flexibiliteit, niet alleen in de structuur van de strijdkrachten, maar ook in hun materieel en training. Bovendien acht hij meer integratie met bondgenoten noodzakelijk. „We kunnen niet eenzijdig veilig zijn”, aldus de minister. „Daarom moeten we samenwerking met onze internationale partners uitbreiden om de defensie efficiënter en effectiever te maken.”


    Maak melding

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

LAATSTE BERICHTEN:
TOP SITES